Reactie op pro-krijtbord artikel in de JSW (november '08)
Wat? Een pleidooi voor het krijtbord?
Ik wist niet wat ik las, toen ik het artikel over schoolborden getiteld “Digitaal of analoog?” las in het oktobernummer van JSW. Ja, de ondertitel is “Een pleidooi voor beide schoolborden”, maar de strekking is vooral een melancholieke ode aan het krijtbord.
Allereerst wordt het krijtbord “hét symbool van het onderwijs” genoemd. Daar zit wat in. Maar dat is nog geen reden het bord in de klas te houden.
Het artikel gaat daarna pas goed van start. “Is het krijtbord stoffig?” vragen de schrijvers zich serieus af. Is water nat? Is gras groen? Is deze JSW echt uit 2008?
“Stofarm krijt” wordt al jaren verkocht, maar stoffig blijft het.
Het artikel vervolgt met een cursus “bord schoonmaken”. Citaat:
“Neem een spons met ruim helder water en knijp die gedeeltelijk uit, zodat de spons niet meer druipt. Met de ene kant van de spons neem je de eerste helft van het bord in horizontale bewegingen af, daarna keer je de spons om en is de tweede helft van het bord aan de beurt.
De spons uitknijpen in de emmer en vervolgens rechtsonder in de bordgleuf leggen (…) Met een raamtrekker kun je nu in horizontale streken van links naar rechts het water wegtrekken. Dit loopt vervolgens regelrecht in de spons.”
Hilarisch. Terwijl ik het lees hoor ik de Polygoon-journaal-stem van Philip Bloemendal in mijn hoofd.
“Met deze vochtige spons kun je daarna de krijtgleuf afnemen, zodat het laatste krijtstof dat tijdens het schrijven naar beneden is gevallen ook in het spoelwater terechtkomt. Zo verlaat al het krijtstof het lokaal door de afvoer en kunnen we spreken van een hygiënische omgang met het krijtbord.”
JSW november 2008, nee het is echt het laatste nummer.
Vervolgens lees ik over de nadelen van een whiteboard. Philip Bloemendal is meteen verdwenen. Men stelt dat een whiteboard lastiger is schoon te maken. Maar is dat zo? Met een spraytje valt dat wel mee hoor. Maar dan het gezever over de “buig-strekslag van de vingers”, het brengt me bijna weer in een Polygoon-stemming.
Aan het slot van deze alinea nemen de schrijvers stelling.
“Als scholen kiezen voor een vast bord naast het digitale bord, wordt vaak gekozen voor een whiteboard. Om de hiervoor genoemde redenen kan dit dus beter een krijtbord zijn.”
Even serieus. Het vaste bord is vooral bedoeld om bepaalde zaken langdurig te kunnen tonen (dagrooster, weekbeurten, etc.). Dan zijn de nadelen van een whiteboard (als die er zijn) wel overkomelijk. Dan wil je toch liever het stoffige, ouderwetse krijtbord de school uit hebben?
De schrijvers lijken echter meer redenen te hebben om te strijden voor het behoud van het krijtbord (naast het digibord). Ze hebben het over de “eigen, onvervangbare functionaliteit” en de “pedagogische waarde”. Maar wat bedoelen ze daar dan mee? Er wordt gepraat over het feit dat “een rommelig, niet schoongemaakt bord” een verkeerd signaal afgeeft aan de kinderen. Dat is zo, maar dat geldt voor beide borden. Nee, waar het eigenlijk allemaal om draait, de reden waarom het krijtbord ook in onze huidige digitale maatschappij onvervangbaar is, is deze (en doe mij een lol, neem Philip Bloemendaal in gedachten mee):
“Er is waardering voor de juf of meester die techniekonafhankelijk een bijzonder beeld op het bord tot stand brengt. Een op een krijtbord gemaakt verjaardagsbord of een tekening voor de biologieles maakt meestal diepe indruk.”
Aha. Niks makkelijk schoonmaken, niks anti-buig-strekuitslag”: de juf en meester willen tekenen met gekleurd bordkrijt. Kabouter Spillebeen, Sinterklaas of een rijk gevulde kerststal. Grote vlakken strak inkleuren en daarna met je vingers uitwrijven tot het mooi zacht en wazig uitwaaiert.
Begrijp me goed: een doorsnede van het hart komt bij mij als filmpje uit de beamer, terwijl de poster van uitgeverij Agteres in de klas hangt. Maar Sinterklaas in witte en rode krijtkleuren, dat is inderdaad niet te evenaren.
Juf Astrid, meester Ben, ik ben om. Maar dan alleen voor de groepen 1, 2 en 3. Ok, doen we groep 4 erbij. Maar verder gaan al die stoffige krijtborden de school uit.
Toch nog één ding: Die zwarte, getekende lijnen kreeg ik nooit meer goed van mijn bord af. Verkeerde krijtjes? Of toch de verkeerde schoonmaaktechniek? Wellicht komt Philip mij dat binnenkort in een droom influisteren.
Arjen van der Lely |